Spuittechniek speelt op verschillende manieren een belangrijke rol binnen de gewasbescherming van de fruitteelt. Een belangrijk kenmerk van de spuittechniek binnen de fruitteelt is dat er horizontaal wordt gespoten om het gewas te kunnen behandelen. Hierbij is het risico op het ontstaan van spuitdrift over het algemeen wat groter ten opzichte van technieken waarbij verticaal wordt gespoten zoals bijvoorbeeld in de akkerbouw wordt gedaan.
Mede om deze reden zijn op het etiket van gewasbeschermingsmiddelen eisen opgenomen op het gebied van driftreductie. Dit is gedaan vanuit het Activiteitenbesluit Milieubeheer en vanuit het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG). We zien al jaren de trend dat eisen op het gebied driftreductie steeds verder worden aangescherpt vanuit het WG. De eis van 99% driftreductie zien we steeds vaker terug komen.
Voor veel fabrikanten van spuitmachines is dit een aanleiding om te investeren in driftreducerende maatregelen op hun machines en deze ook als zodanig erkend te krijgen. Verdere doorontwikkeling van de spuittechniek draagt zo bij aan het in stand houden van de toelating van bestaande gewasbeschermingsmiddelen, het realiseren van nieuwe toelatingen en eventueel verkrijgen van vrijstellingen.
Daarnaast is het kunnen realiseren van een goede bedekking is een onderdeel van het effectief kunnen inzetten van gewasbeschermingsmiddelen. Op dit moment wordt er door diverse partijen steeds meer aandacht besteed aan het optimaliseren van de bedekking van het gewas. Hierbij kunt u denken aan het afstellen van de spuitmachine, de rijsnelheid aanpassen en het gebruik van diverse hulpstoffen.
Driftreductie
De eisen die worden gesteld aan driftreductie zijn onder andere afhankelijk van welk middel wordt ingezet, op welk moment van het jaar (bijvoorbeeld voor 1 mei of na 1 mei) en of het perceel bijvoorbeeld grenst aan oppervlaktewater. Vanuit het Activiteitenbesluit Milieubeheer wordt een ondergrens gesteld van minimaal 75% driftreductie ten opzichte van de vastgestelde referentietechniek. In de praktijk kan dat, afhankelijk van het middel dat wordt ingezet, oplopen tot 99%.
Als het gaat om de erkenning van een driftreducerende techniek, hebben we altijd te maken met een specifieke spuitmachine met specifieke spuitdoppen en in veel gevallen ook met een specifieke instelling van de machine. Voorbeelden hiervan zijn een maximaal toerental op de aftakas of een specifieke instelling van de ventilator. Erkende driftreducerende technieken zijn terug te vinden op de DRT-lijst. Op deze lijst wordt vaak verwezen naar diverse spuitdoppen die zijn erkend als driftreducerende dop. Een overzicht van deze doppen is terug te vinden op de DRD-lijst.
Effectiviteit bespuiting
Naast dat bespuitingen moeten voldoen aan de wettelijke eisen, is het minstens net zo belangrijk dat de bespuitingen die worden uitgevoerd ook effectief zijn. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat er een goede bedekking van het gewas is en insecten worden geraakt als insecticiden met contactwerking worden ingezet.
Op dit gebied hebben we te maken met vele variabelen. Niet alleen de spuittechniek zelf speelt hierin een belangrijke rol maar ook de formulering van de gewasbeschermingsmiddelen, eventueel in combinatie met hulpstoffen zoals bijvoorbeeld uitvloeiers en hechters. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat 50% van de effectiviteit van de uitgevoerde bespuitingen hierdoor wordt bepaald. De overige 50% wordt bepaald door een combinatie van timing, spuitmachine en spuitdoppen (o.a. druppelgrootte/waterhoeveelheid).
Uit onderzoek is ook naar voren gekomen dat het gebruik van venturidoppen ten opzichte van neveldoppen een andere verdeling van de spuitvloeistof geeft binnen de boom. Door de zwaardere druppels komt er met name in de kop van de boom minder spuitvloeistof terecht maar komt er in de broek van de boom juist meer spuitvloeistof op het gewas. Om tot een optimaal effect van de bespuiting te komen is het dus belangrijk in te spelen op het verschil in eigenschappen tussen grotere (zwaardere) druppels en fijne nevel. Afhankelijk van specifiek merk en type spuitmachine vraagt dit voor iedere situatie maatwerk. Concreet kan hierbij worden gedacht aan bijvoorbeeld de hoogte van de spuitmachine, instelling van de luchtondersteuning en rijsnelheid.
Meer weten over onze blik op het telen van fruit in de toekomst en wat hier naar spuittechniek nog meer aan bijdraagt? Lees hier meer.
Kennis & Nieuws
Perenbladvlooien, spintmijten, oorwormen of roofmijten, het zijn allemaal insecten. Of ze nu gewenst zijn of niet; ze spelen hun rol in de boomgaard. We zoeken naar een balans tussen plaaginsecten en roofinsecten. Met deze balans gaan we in de fruitteelt steeds vaker werken. Het is een onderdeel van onze ‘systeemaanpak’. In dit bericht blikken we terug op het gebied van insecten, geschreven door Thom van der Riet.
In 2021 is de nieuwe EU-verordening (2019/1148) rondom precursoren voor explosieven ingegaan. De regelgeving voor de handel in kunstmeststoffen is hiermee ook aangescherpt. De verordening is ingesteld om te voorkomen dat kwaadwillende personen ongemerkt explosieven kunnen maken met meststoffen. Ook willen overheidsinstanties met de nieuwe regels sneller kunnen achterhalen waar precursoren voor explosieven zich bevinden.
Op de meeste fruitbedrijven zal na de laatste behandeling tegen vruchtboomkanker het spuitseizoen eindigen. Zorg dat u de spuitmachine goed schoonmaakt, voordat deze de winterstalling in gaat. Optimaal werkende spuitapparatuur zorgt voor een goede werking in het volgende voorjaar.
